GEZÔARDE magazine
  • Home
  • ARTIKELS
    • 2017
      • #1
      • #2
      • #3
      • #4
    • 2018
      • #5
      • #6
      • #7
      • #8
    • 2019
      • #9
      • #10
      • #11
      • #12
  • EDITIES
    • 2017
      • #1
      • #2
      • #3
      • #4
    • 2018
      • #5
      • #6
      • #7
      • #8
    • 2019
      • #9
      • #10
      • #11
      • #12
    • 2020
      • #13
      • #14
      • #15
    • 2021
      • #16
  • Verdeelpunten
  • Contact
Bernard De Langhe

Bernard De Langhe

1 juni 2018

Voor zover we konden nagaan is Bernard De Langhe de laatste Gezôarse oud-strijder. Nu woont hij in de Kasteeldreef, maar hij werd in 1920 in de Brielmolenstraat geboren. Een zorgeloze jeugd veranderde snel in een bewogen levensverhaal wanneer de Tweede Wereldoorlog uitbreekt.

Voor serieus

“Tot mijn zevende woonde ik in de Brielmolenstraat” zegt Bernard. “Dan zijn we verhuisd naar de Zeveneekskens met het hele gezin: ik, de oudste, en mijn drie zussen en een broer. We gingen te voet naar school in Doorslaar, op klompen.

Ma hield een winkel open met voedingswaren en pa ging met die waren de baan op. We speelden voetbal op de wei tot de boer zich kwaad maakte.”

Op zijn achttiende gaat Bernard uit werken en als hij twintig is begint hij aan zijn legerdienst. “Net de week voor we verlof hadden brak de oorlog uit, op 10 mei. Er werd daarvoor al enkele keren verzamelen geblazen maar ik wist dat het deze keer serieus was: de vliegtuigen suisden boven mijn hoofd en in de verte hoorde ik al wapengekletter.”

Overleven op wijn

De Duitse tactiek bestond erin zo snel mogelijk op te rukken naar Frankrijk en ze slaagden daar ook in. Voor Bernard betekende dat dikwijls hetzelfde liedje van aankomen, bombardementen ondergaan en terugtrekken naar een andere positie. Op zijn leeftijd weet Bernard niet exact zijn levensloop te reconstrueren, maar nog helder van geest diept hij enkele straffe herinneringen op.

“Ik herinner me nog goed een treinrit van drie weken in een beestenwagon. Op een tussenstop was het mogelijk wijn te kopen, voedsel was enorm schaars. Een Fransman wierp ons eens een broodkorst toe, daar werd toen hard om gevochten. Wijn was het enige dat me toen in leven heeft gehouden. Ik drink nu nog dagelijks een glaasje wijn, ongezond is dat niet”, knipoogt Bernard.

Op de hielen

“In Parijs kwam ik aan tijdens een bombardement en de trein moest meteen keren. Waar vroeger een station was, was er een enorme krater waar een huis in paste. Bij het wegrijden uit Parijs explodeerde er een spoorbrug achter ons. Dat zal even voor de overgave van het Belgische leger geweest zijn.”

“Na die treinrit droegen de officieren ons op ons voor te bereiden op een mars van negentig kilometer, maar tijdens de tocht lieten ze ons in de steek. De Duitsers zaten ons dan op de hielen en ik weet nog dat ik twee dagen en nachten door heb gemarcheerd zonder eten.”

Gered door het gewas

Na de capitulatie van het Belgische en Franse leger in de zomer van 1940, werkte Bernard op boerderijen en wijngaarden in Zuid-Frankrijk voor kost en inwonen. Tot er uiteindelijk een repatriëring voor oud-strijders, waar hij toen al tot gerekend werd, op gang kwam.

“Ik heb enorm veel geluk gehad dan. Niet iedereen kon op de trein en er werden daarom soldaten uitgeloot die rechtsreeks naar België konden gaan. De eerste vijfentwintig nummers mochten op de trein, ik had nummer vierentwintig.”

“Ik ben dan in Brussel aangekomen met enkel de kleren om mijn lijf bij me. Een man kwam me waarschuwen dat de Duitsers me waarschijnlijk wilden gevangennemen en daarom sprong ik op de tram naar Mechelen. Daar wachtte ik op de trein naar Gent en stapte af in Dampoort.”

“Ik twijfelde om te voet naar huis te gaan maar zag dan een melkerijwagen staan uit Sinaai. Ik heb de chauffeur afgewacht en zo belandde ik terug bij mijn oom in de Brielmolenstraat. Al die tijd wist niemand waar ik was en of ik nog leefde.”

De bezetting

In bezet België riepen de Duitsers alle mannen vanaf 16 jaar op om in het leger te dienen of om naar een werkkamp te gaan. Bernard dook onder en woonde in een kamer in bij de buren.

“Overdag probeerde ik te werken in de tuin of op het veld. Maar er was constante angst, sommige jongens werden van hun bed gelicht en één keer ontsnapte ik zelf met wat geluk van de gestapo’s. Ik was bezig op het veld toen ik twee Duitsers hoorde naderen. Ik gooide mijn schop weg en vluchtte het veld in. De gewassen stonden hoog, waardoor ik gelukkig kon ontsnappen. Anders was ik zeker naar een werkkamp overgebracht of erger.”

“Alles werd gerantsoeneerd tijdens de oorlog en je moest voor alles een zegeltje geven. Er werd hier en daar wel een varkentje geslacht in’t zwart en verdeeld. Als de gestapo dat zag kwamen ze dat natuurlijk in beslag nemen en kreeg je straf. Werd je teveel gestraft dan voerden de Duitsers je weg.”

Bombardement op de Heirbrug

“In 1944 was er een kermis in de Bautschoot toen er een bombardement plaatsvond op de Heirbrug. Ik heb me meteen in de kant geworpen en lag vol angst in de gracht te wachten tot het voorbij was. Achteraf bleek dat het bombardement een vergissing was, dat ze het foute doelwit raakten. Gelukkig was de oorlog niet lang daarna voorbij.”

“Bij een bombardement op de Heirbrug dook ik de gracht in”

“Op het einde van de oorlog zaten de geallieerden in Lokeren en de Duitsers in Moerbeke. Het einde van de oorlog werd uitbundig gevierd en alle mensen dromden samen in de Bautschoot en de Dam. Maar de Duitse staf die moest terugkeren moest nog door Gezôarde.”

“Er kwam eerst een moto met een zijspan naar de meute toegereden en die schoten rakelings boven de hoofden van de mensen. De straat stroomde meteen leeg, waarna een kolonne van Duitse staf en soldaten met een hele groep gijzelaars passeerde. In het gemeentehuis had het personeel zichzelf gebarricadeerd omdat ze er nog twee Duitse krijgsgevangenen vasthielden. Die zijn ze niet komen oppikken.”

Marie van’t Veir

“Daarna wisten ze niet meer goed wat doen met de gevangenen. Na beraad werd beslist dat de weerstand ze naar Lokeren zou brengen, aangezien daar een gevangenkamp was. Ze gingen ermee te voet door het veld, maar bij Marie van’t Veir aan de Moervaart durfden de Duitsers, in het gewisse over waar ze naartoe gingen, niet meer verder gaan. Er werd dan overlegd om de twee mannen daar neer te schieten om er vanaf te zijn. Maar Marie van’t Veir kon de mannen op andere gedachten brengen en de Duitsers toch nog overzetten.”

 

 

No Comments Yet!

You can be first to leave a comment

Post Reply

Klik hier om je antwoord te annuleren.

Banner
Banner
Banner
Banner
Banner
Banner
Banner
Banner
Banner
Banner
Banner
Banner
Banner
© 2017 Copyright GEZÔARDE magazine - realisatie van NEWMONKEYS
Close Window

Loading, Please Wait!

This may take a second or two. Loading, Please Wait!