GEZÔARDE magazine
  • Home
  • ARTIKELS
    • 2017
      • #1
      • #2
      • #3
      • #4
    • 2018
      • #5
      • #6
      • #7
      • #8
    • 2019
      • #9
      • #10
      • #11
      • #12
  • EDITIES
    • 2017
      • #1
      • #2
      • #3
      • #4
    • 2018
      • #5
      • #6
      • #7
      • #8
    • 2019
      • #9
      • #10
      • #11
      • #12
    • 2020
      • #13
      • #14
      • #15
  • Verdeelpunten
  • Contact
BART VAN AVERMAET

BART VAN AVERMAET

2 maart 2019

Gaat er geen belletje rinkelen bij de naam Bart Van Avermaet? Dan gebeurt dat vermoedelijk wel bij de naam Waldek Kosinski. Hij is ondertussen niet meer weg te denken als de Poolse immigrant in de soapserie Thuis, maar Bart is nog zoveel meer. Een rasechte Lokeraar, maar ook toneelacteur en regisseur. 

Heb je een fijne jeugd gehad in Lokeren?

“Het was best wel tof om hier op te groeien. Eerst naar school in de Boskesschool, dan het Sint-Lodewijkscollege en dan uiteindelijk naar Antwerpen getrokken. We hadden een groot bos vlak bij ons thuis, waarin ik kon spelen en ik was ook direct vrij sociaal bezig. Toneelspelen en speelpleinwerking en dergelijke. Toen ik dan op het conservatorium in Antwerpen zat, ging er wel een nieuwe wereld open. Plots stond ik daar in een echte stad, want Lokeren, dat is eigenlijk maar een groot dorp.”

Je hebt een hele tijd in Antwerpen gewoond, maar bent uiteindelijk toch teruggekeerd … 

“Een kleine tien jaar geleden ben ik hier inderdaad terug komen wonen. Mijn vriendin Kim woonde hier al en ik ben de liefde gevolgd, uiteraard! Haar kindjes waren trouwens ook te jong om in Antwerpen op te groeien, daar is Lokeren meer geschikt voor. Al zijn er natuurlijk ook wel heel wat nadelen aan deze stad. Zo is er voor mij iets te veel beton, ze zijn hier alles aan het vol zetten. Daarnaast zou er toch eens wat verfrissing op politiek gebied mogen komen, want blauw is hier nu toch wel al heel lang aan de macht. Pas op, ze doen het niet slecht, maar ik mis wat vernieuwing.”

Hoe zou jij het aanpakken?

“Eerst en vooral zou ik wat meer putten maken. We zijn een financieel gezonde gemeente, maar dat vind ik fout. Je moeten blijven investeren en innoveren. Kijk maar naar Mechelen, die hebben enkele financiële risico’s genomen ter verfraaiing van hun stad en voor de veiligheid. En zie eens wat een prachtige stad dat geworden is. Daarnaast mogen ook de lage sociale- en middenklasse niet vergeten worden. Ze gaan nu inzetten op de boten, hier op de Durme, maar dat is vooral gunstig voor de rijken. Als de hoge klasse het goed heeft druppelt dat wel verder naar de middenklasse enzoverder. Ik vind dat wat ze investeren voor de bovenlaag van de bevolking ook in verhouding moet staan tegenover de rest van de bevolking. Denk maar aan straathoekwerkers, jeugdhuizen en dergelijke. Een evenwicht is belangrijk.”

Heb je zelf politieke ambities?

“Nee, absoluut niet. Ik heb wel een mening, zo zou ik graag een blauw-groene coalitie zien, maar daar heb ik dan ook alles mee gezegd. Politiek is een vak, en dat vak beheers ik totaal niet. Volksvertegenwoordiger zijn is niet eenvoudig, dus blijf ik ver uit de buurt daarvan.” 

LOKERSE FEESTEN

Je bent wel erg begaan met de stad, zo was je bijvoorbeeld al snel actief in de organisatie van de Lokerse Feesten. 

“De Feesten, dat was in orde hoor. Ik vind het fantastisch dat je als stad uw inwoners tien dagen lang iets kan aanbieden. Dat is eigenlijk ongezien voor een ‘groot dorp’ als Lokeren. De Feesten zijn gebaseerd op het feit dat de Lokeraar die niet op reis kan gaan, wel iets wordt aangeboden. Ik ben daar oubollig in, toch draag ik dat diep in mijn vaandel. Maar de goeie ouwen tijd, die is wel echt voorbij. De fakkel heb ik trouwens doorgegeven aan mijn oudste zoon en mijn vriendin. Zij zitten in de huidige organisatie van de Fonnefeesten.”

Hoe waren de Lokerse Feesten toen jij in de organisatie stapte?

“Vroeger waren er twee groepen per avond, het begon op zaterdag en dinsdag was er een rustdag. Het was allemaal veel kleinschaliger en vooral gezelliger. ’s Middags begonnen ze bijvoorbeeld al met boogschieten, kaarten en andere animatie. De sfeer was ook wat gemoedelijker. Zo herinner ik me dat de donderdag, de laatste dag van de opbouw, al meteen een goed begin was. Alle togen stonden al klaar en er werd een vat geopend voor alle medewerkers.”

Jullie vlogen er meteen goed in?

“Natuurlijk, dat kon allemaal. Zaterdag werd dan het officiële startschot gegeven. Iedere avond tot een uur of halféén en daarna was het ook feest voor ons. Op dinsdag zat iedereen dan thuis, maar zo tegen een 17 à 18 uur denk je: ‘Zou er toch niet iemand op dat plein zitten?’ Tuurlijk, alleman stond daar weer. Niet werken, heel de avond drinken en de woensdag iedereen koppijn. En dan moesten er nog vier dagen komen.”

Zoals je het nu omschrijft, klinkt het voor mij meer zoals de huidige Fonnefeesten?  

“Ja, dat is wel zo. Die zijn ondertussen bijvoorbeeld ook begonnen met een kinder- en seniorennamiddag en dat vind ik fantastisch. Ook de verhuis naar het park was een goed initiatief. En ze kleden hun togen aan in een bepaald thema. Vorig jaar was er zo een ‘turbotoog’ en een paar gasten hebben daar dan een bus van gemaakt. Leutig! Het geeft terug die feeërieke en gemoedelijk sfeer weer.”

GEZôARDE

Sfeer, gezelligheid, toffe evenementen … Dat hebben we in Eksaarde ook! 

“Ah natuurlijk, de Gezôarse Feesten! Dat is zoals het moet zijn. Dat vertrekt vanuit een familiale basis en dát maakt het zo goed. Als ik vrij ben, dan passeer ik daar héél graag eens. Net zoals op de kerstmarkt, die Rudi Clappaert in elkaar steekt. Vorige keer zijn we wel bijna weggeregend, maar dat hoort er ook bij zeker. Het is een wondermooie kerstmarkt en een heel goed initiatief.” 

Passeer je overigens vaak in Eksaarde? 

“Ik fiets graag en dan gebeurt het wel dat ik door Eksaarde fiets, het is daar prachtig om te rijden. Met mijn jongens heb ik ook veel tijd gespendeerd op het statieplein, ik heb ze daar namelijk met de auto leren rijden op dat oefenterreintje. Dan de Kruiskapel, dat is ook top hé, wat een mooie locatie. En tot slot dat ene café, op de splitsing aan het college … Den Blauwbuik, ja! Daar ging ik samen met Kim wel eens naartoe, jammer om te horen dat het nu verdwenen is.”

THUIS

Iedereen kent jou natuurlijk als je personage Waldek. Hoe ben je zoveel jaar geleden bij Thuis beland? 

“Ik had eerst bij Familie gespeeld, een goeie maand ervoor ongeveer. Ik speelde een seriemoordenaar. Daar heb ik me heel hard mee geamuseerd. Daarna belde de VRT me op, om te vragen of ik auditie wou doen voor een Pools personage in Thuis. De rest is geschiedenis.”

Was het moeilijk om in de huid van Waldek te kruipen? 

“Toen ik voor het eerst de inleesbrochure kreeg zag ik het meteen zitten. Alleen met dat Pools accent, daar ben ik toch wel even mee bezig geweest. Ik zei tegen de productie dat ik daar echt wel iets mee wou doen. Ik ben dan bij een Poolse dame langsgeweest en nadien ook bij een germanist die perfect Pools sprak. Die legde me dan bijvoorbeeld uit dat Polen bepaalde lidwoorden niet kennen en sommige klanken meer zo of zo uitspreken.”

En ondertussen spreek je perfect Pools …? 

“Perfect Vlaams met een Pools accent (lacht), dat wel! Pas op, het is moeilijker dan je denkt hoor. Vroeger moest ik al mijn teksten woord voor woord vertalen in het ‘Vlaams-Pools’, daar heb ik veel tijd in gestoken. Na zoveel jaar gaat dat gelukkig als vanzelf. Mijn broer heeft me trouwens ook goed geholpen. Hij is professor linguïstiek (taalkunde) in Gent. En zo beetje bij beetje, hebben we dat taaltje kunnen ontwikkelen tot wat het nu is.”

AFSCHEID

In september werd je plots even uit de serie geschreven, was je op de hoogte dat je zou terugkeren? 

“Heel weinig mensen weten dat, maar dat was allemaal gepland. Ik ben namelijk geopereerd aan mijn heup, dus ik zat een hele poos thuis. Waldek vertrok daarom voor twee maanden naar Polen, maar ik wist dat ik dus wel zou terugkeren.”

Vele fans vreesden toch voor jouw definitieve afscheid?

“Dat wat niet de bedoeling, maar net voor mijn ‘einde’, kwam er een journalist aan de productie vragen hoe dat nu juist zat met mij. Hij vroeg: ‘komt Waldek nog terug?’ en onze producer antwoordde: ‘Dat zullen we nog wel zien’. Die journalist heeft daar een artikel van geschreven en zo is de bal aan het rollen gegaan. Die avond belt Hans van de productie mij: ‘Bart, nu heb ik wat gedaan jong! Je gaat moeten zwijgen over het feit dat je terugkeert’.”

Was het moeilijk om het geheim te houden? 

“Nee, want ik heb het eigenlijk niet geheim gehouden. De productie heeft mij dat gevraagd, maar ik heb gezegd dat ik niet zou beginnen liegen. Als iemand me zou vragen: ‘Bart, heb je uw C4 gekregen bij de VRT?’, dan ging ik eerlijk antwoorden, maar er was geen enkele journalist die dat vlakaf vroeg. De dag na de laatste uitzending werd ik overladen met telefoons en mails. ’s Avonds zat ik zelfs bij Van Gils & gasten en die geloofden dat ook allemaal. Op geen enkel moment vroeg hij door, dus ik heb dat verhaaltje wel kunnen volhouden.” 

BEKENDE VLAMING

Staan er nog andere tv-projecten op je agenda?  

“Ik zou graag eens in een film of serie meespelen, maar dat is moeilijk. Ik speel nu al zó lang Waldek, dat ik ergens verbrand ben. Ik denk wel dat ik dat zou kunnen hoor, ik heb tenslotte toch wel veel ervaring, maar als geen enkele regisseur me vraagt, kan ik dat natuurlijk niet bewijzen. Vroeger trok ik me dat wel eens aan, maar dat is ook al verleden tijd. Fans komen naar mij en zeggen: ‘Amai, gij doet dat goed hé!’ of ‘Zo een toffe rol dat gij speelt’. Wat kan ik meer wensen? Ik krijg appreciatie voor mijn werk, dat is tenslotte het belangrijkste.”

Ik kan me voorstellen dat men jou als bekend figuur niet alleen maar aanspreekt om een complimentje te geven? 

“Ik ben eigenlijk een slechte BV hoor, ik doe daar allemaal niet graag aan mee. Ik haat het dan ook om in ‘de boekskes’ te staan, want ze schrijven toch wat ze willen. Dit wil ik dan wel weer doen, omdat het een kleinschalig magazine is dat gemaakt wordt door een groep onafhankelijke enthousiastelingen, top! Naast journalisten krijg ik ook veel te maken met andere mensen die me aanspreken, dat hoort erbij.”

Hoe ga je daarmee om? 

“Als iemand me om een foto komt vragen, dan is dat een kleine moeite. Als die dat beleefd vraagt en ik ben niet juist aan het eten of zo, waarom niet? Dat duurt niet lang en ik heb hun dag misschien goed gemaakt. Zatte mensen daarentegen, dat is lastig. Ik merk dat al snel hoor. Dan roepen ze mij: ‘Waldek, gij moet dit of dat doen voor ons!’ en dan krijgen ze wel een antwoord terug: ‘Ik moet just niks!’, en dan ben je natuurlijk ‘arrogant’. Ahja dat zijn gelukkig maar enkelingen. Soms durf ik de fans ook wel eens beetnemen hoor. Dan komen ze naar mij: ‘Oh, gij zijt dinges, allez van thuis hé!’, ‘Ah nee, ze verwarren mij daar dikwijls mee, ik ben zijn dubbelganger’. Daar amuseer ik mij dan mee hé (lacht).”

Wat brengt de toekomst nog voor jou?  

“Ik ga opnieuw beginnen regisseren, want dat was héél lang geleden. Ik doe dat supergraag, dus ik wil de draad terug oppikken. Daarnaast gaat het ook goed met ons toneelgezelschap Tableau nr.1. Momenteel ben ik samen met Bert Cosemans ‘2 Flikken’ aan het spelen, een Nederlandstalige versie van een stuk geschreven door Keith Huff.” 

Bedankt voor dit interview Bart, nog veel succes met je verdere carrière!

No Comments Yet!

You can be first to leave a comment

Post Reply

Klik hier om je antwoord te annuleren.

Banner
Banner
Banner
Banner
Banner
Banner
Banner
Banner
Banner
Banner
Banner
Banner
Banner
© 2017 Copyright GEZÔARDE magazine - realisatie van NEWMONKEYS
Close Window

Loading, Please Wait!

This may take a second or two. Loading, Please Wait!