Beste Gezôardeneir, we zijn het waarschijnlijk allemaal eens als we zeggen dat er weinig dingen zo mooi zijn als een kleurrijke vlinder die we zien fladderen in een weelderige tuin. Of het verliefde gevoel dat we krijgen wanneer we een wandeling maken in de mooie Gezôarse bossen en omringd zijn door kleurrijke vlinders. Heerlijk toch!? Het goede nieuws is dat er een kans bestaat dat je tussen deze vlinders een zeldzame soort ziet. Deze vlinder, genaamd de Grote weerschijnvlinder, is ééntje die blijkbaar rondvliegt in onze Gezôarse bossen. We geven hieronder met veel plezier een korte uitleg over deze dagvlinder, hoe u hem kan herkennen en waarom hij zo van Eksaarde houdt. Vele nieuwtjes dus waarmee u kan uitpakken bij vrienden en familie …
APATURA IRIS
Eerst en vooral vraagt u zich waarschijnlijk af hoe deze vlinder aan zijn naam komt. Hierbij gaan we terug naar de 18e eeuw waar een zekere Johann Christian Fabricius door grote delen van Europa reisde om insecten te verzamelen. En Apatura is volgens bronnen de cryptische omschrijving die hij gaf aan vlinders. Al bestaat hieromtrent geen absolute zekerheid. Iris daarentegen geeft ons wel vastigheid. Zo vertelt de oudheid ons dat de godin Iris de personificatie is van de regenboog. Wanneer zij een boodschap uitbracht van de hemel naar de aarde, verscheen er een regenboog als brug. Wat verwijst naar één van de mooie kenmerken van de mannelijke Grote weerschijnvlinder, de vleugels. Wanneer de zon vanuit een juiste hoek op de vleugels schijnt, verkleuren ze van bruin naar prachtig blauw. Wat men noemt “het iriseren van de vlinder”.
TYPEREND EN HERKENBAAR
Kenmerkend voor de Grote weerschijnvlinder is dat deze bosvlinder zich voornamelijk bevindt in een gebied met verbeterd bosbeheer. Als u hem ooit kan spotten, zal u merken dat het een relatief grote vlinder is met een vleugellengte van 31 tot 40 mm. Verder kan u hem herkennen aan een onopvallende vlek bij de achterrand aan de bovenkant van zijn voorvleugel. En zoals hierboven beschreven een mogelijk glanzende blauwe schijn op de vleugels bij de mannetjes. De vrouwtjes daarentegen blijven hun bruine kleur behouden en zijn moeilijker te herkennen. De vlinder zoekt zijn beschutting hoog in de bomen en voedt zich met honingdauw, een donkere nectar-achtige vloeistof die wordt afgegeven door o.a. blad- en schilluizen. Daarnaast drinkt hij vaak het sap van rottende vruchten, bloedende bomen, mest en zelfs dode dieren. En het kan ook zijn dat hij, tijdens uw familiewandeling in de bossen, al eens gebruik heeft gemaakt van uw inspanning. Want naast alle bovengenoemde zaken zal hij zich ook voeden met het vocht van bezwete mensen.
MOERTVAARTMEERSEN
De oudere Gezôardeneir zal de Grote weerschijnvlinder misschien beter kennen als de glanskapel, vermits kapel een oudere benaming is voor de vlinder. Waarschijnlijk toeval dat hij naar aanleiding van zijn oude naam eens gespot werd in de omgeving van de Kruiskapel. Wat wel zeker is, is dat deze vlinder zich voornamelijk bevindt aan en rond de Moervaartmeersen. Een samenvoeging van acht gebieden met een grote landschappelijke verscheidenheid en doorsneden door o.a. het spoorwegwandel- en fietspad Daknam – Eksaarde, de Reepstraat en de dijk op de rechteroever van de Durme-Moervaart tussen de Daknambrug en de weg Sinaai-Eksaarde. De Vettemeers in Eksaarde, een bosgebied in het verlengde van de Ramstraat richting Sinaai en dicht bij deze grenzen, is dan ook de eerste plaats waar deze zeldzame bosvlinder voor het eerst werd vastgelegd op foto. Dat deed hopen op meerdere exemplaren en diverse zoektochten bevestigen dit ook. Ook in de wijde omgeving van de Vettemeers werden exemplaren van de Grote weerschijnvlinder waargenomen. De bossen langs de Zuidlede en Moervaart zijn het perfecte decor om rond te vliegen.
WAAROM EKSAARDE?
Deze erg zeldzame dagvlinder komt weinig voor omdat hij zich vooral bevindt op open plaatsen bij bospaden, bosranden of daar waar beekjes het bos doorsnijden. En door het ontginnen van de bossen en de grootschalige kappingen en aanplantingen zijn open plekken in bossen verdwenen. De Vettemeers, een gebied in een omgeving dat zich kenmerkt door goed ontwikkelde loofbossen en vele bos-, wilg- , wei- en akkerlanden, maakt dit voor de vlinder de perfecte locatie. We kunnen hen het vaakst aantreffen rond een waardboom. Dit is de benaming voor een boom waarop een vlinder haar eitjes afzet. Bij de Grote weerschijnvlinder betreft dit vooral de boswilg en de grauwe wilg. Zijn voorkeur gaat uit naar de wilgen die in de buurt van water staan. Dus allen op zoek naar wilgen aan de waterkant.
BESLUIT
Let dus goed op tijdens een wandeling in onze bossen want de kans is reëel dat je in Eksaarde een Grote weerschijnvlinder kan zien. Kijk gerust eens rond bij de verschillende wilgensoorten die massaal voorkomen in het landschap aan het water. In de winter zullen de uitgekomen rupsen overwinteren op hun takken en eten van de jonge blaadjes. Al zal je goed moeten kijken want dat moment veranderen ze van kleur opdat ze goed gecamoufleerd op de twijgen zitten. In het voorjaar worden ze dan weer actief en eten ze tot ze klaar zijn om te verpoppen. Na twee tot drie weken komen de adulte vlinders tevoorschijn. En kan jij misschien met trots zeggen dat je een zeldzame vlindersoort hebt gezien.
Tevens is er sinds 2013 een werkgroep rond dagvlinders actief in deze streek. Het project dagvlinders Durme- en Scheldegebied omhelst een oppervlakte van 1000 km² en werd door de leden intensief opgevolgd. Geregeld worden in het BC Molsbroek bijeenkomsten gehouden over het reilen en zeilen van dagvlinders. Wie graag meer informatie wenst over deze bijeenkomsten kan altijd eens een kijkje nemen op hun website via www.phegea.org
No Comments Yet!
You can be first to leave a comment